Remweg
Eerst even een opmerking van ‘huishoudelijke aard’: ik doe tegenwoordig ook aan bewegende beelden. Als je deze blog via e-mail leest zie je geen bewegende beelden. Daarvoor moet je toch echt even online kijken op https://bonaire.doerakje.nl.
Ik moest even heel diep graven, want vorige week zondag was
al weer heel lang geleden. Blijkbaar is dat zo een beetje het punt waar mijn
kortetermijngeheugen ophoud en waar mijn langetermijngeheugen nog niet aan toe
is. Ondanks die aanloopproblemen weet ik inmiddels weer dat ik (heel
verrassend) ben wezen snorkelen met twee collega’s: Harold en Inge. Harold is
mijn buurman die ik de dag daarvoor van het vliegveld had opgehaald.
Hij had voor ons alle drie een heuse waterproof actioncam meegenomen uit
Nederland. Die moesten we natuurlijk meteen testen, vooral op waterdichtheid.
De camera zit in een mooie tas, samen met zo een 47 accessoires, zodat je op de
meest onmogelijke plaatsen en in de meest ongemakkelijke situaties en houdingen
gewoon kunt blijven filmen. Eerst naar Windsock Beach geweest, daar blijkt de
camera uitstekend bestand tegen water. Later een klein stukje verderop nog een
tweede snorkelsafari gedaan bij Te Amo Beach. Mooi filmen is nog wel iets
anders. Dat ligt dan weer niet aan de camera, maar aan mij. Als ik de beelden
later terugkijk stuitert het alle kanten op. Ook kleurt het allemaal behoorlijk
blauw, maar da’s dan wel weer logisch voor een camera van dit kaliber. De
allerbeste beelden van mijn debuut als cameraman wil ik jullie niet onthouden,
maar stel je er niet al te veel bij voor. Ik beloof braaf te gaan oefenen en
als het de moeite waard is, krijgen jullie het te zien.
Dan duurt het tot woensdag voordat er weer iets interessants
gebeurt. Maar liefst drie collega’s nemen afscheid. Een van hen had ik eerlijk
gezegd nog nooit gezien, maar met de andere twee, Jeroen en Eefje, heb ik ook
buiten werktijd leuke uren doorgebracht. Hun tijd hier zit erop en ze gaan weer
terug naar Nederland. De afscheidsborrels doen ze hier op het dakterras. Een
geweldige plek met mooi uitzicht over Kralendijk. Zo een dakterras zouden ze op
het Beatrixpark ook moeten hebben. Het was gezellig en ik heb me goed vermaakt.
Leuk gekletst met bekenden en met onbekenden (of nieuwe bekenden, het is maar
hoe je het bekijkt). Donderdag was ik vooral heel erg duf . Ik had slecht
geslapen , mede vanwege een verloren gevecht met een mug. Dus donderdagavond
vroeg naar bed en vrijdag weer helemaal topfit. Vrijdag was casual vrijdag
hier. Op zich val ik dan niet uit de toon, maar deze keer wel. De hele afdeling
had het zelfde T-shirt aan, een overblijfsel van een teambuilding dag. Wel
veilig blauw, dus niet FDC-roze.
Zo is de werkweek weer voorbij, maar ik realiseer me nu dat
er nog van alles gebeurd is op de werkvloer wat ik heb overgeslagen. Begin van
de week zat ik bijvoorbeeld met mijn oren te klapperen, want het tussen de
dames alhier gesprek ging ineens over ‘doosjes’ en over ‘klaargekomen’. Je zou
het niet direct verwachten, maar het was gewoon een zakelijk gesprek. Woorden
hebben hier soms net een wat andere betekenis. Later in de week gaf een collega
onbedoeld/onbewust een concert op de werkvloer. Ze was met dopjes in aan het
werk en ging steeds enthousiaster meezingen. Ik schat zo in dat we ongeveer een
hele CD hebben kunnen meegenieten. Ze is overigens niet de enige die dat doet,
er zijn hier zeker drie dames die met enige regelmaat meezingen. De muzieksmaak
varieert nogal, maar is zeker niet verkeerd. Ik heb bijvoorbeeld de hele
Bohemian Rhapsody van mijn favoriete rockband al voorbij horen komen. Bij
vlagen niet onverdienstelijk wat de dames neerzetten, maar ik heb mijn twijfels
of de stoelen ervoor om zullen draaien bij The Voice (dit krijg ik vast terug
maandag…).
Vrijdagavond verloopt anders dan gepland. Ik was van plan om
even wat te eten bij Joe’s en dan lui Netflixend op de bank in slaap te vallen.
Als ik net zit krijg ik van Gerald (die van BXP Geel 8) een appje wat ik ga
doen vanavond. Ik zeg dat ie nog kan aanschuiven als hij opschiet en dat doet
hij. 20 minuten later bestellen we wat en nog wat later zitten we lekker te
eten. Daarna belanden we eerst bij Islander en vervolgens bij Woodstock voor
wat biertjes en gezellige praatjes. Geen Netflix dus. Dat haal ik zaterdag ruimschoots in, want ik heb uitermate
beroerd geslapen en ben niet vooruit te branden. Ik ben na de was en de
boodschappen zo duf dat ik half in slaap val op de bank. Dat moeten we niet
hebben, dus maar even snorkelen bij de Saltpier. Kan ik mooi nog even oefenen
met mijn cameraatje. Dat blijkt een gouden greep. Vrij snel stuit ik op een
schildpad die ik echt heel mooi in beeld krijg. Hier had ik die camera voor
gekocht. Bijna jammer dat het gelukt is, want zo mooi krijg ik het natuurlijk
nooit meer.
Verder spot ik nog heel veel vis en kom ik wat Barracuda’s tegen.
Er zit er één bij die zijn tanden laat zien, maar als ik gemeen teruglach in
mijn hippe full-face-snorkelmasker, is hij snel vertrokken.
Dan koken en
eindelijk Netflixend op de bank hangen. Het aanbod om met de buurman wat te
gaan drinken bij Havanna sla ik (licht twijfelend) af. Zondag vroeg op. Ik had een fotosafari gepland naar
Slagbaai, het nationale park. Ik wil hier al heel lang heel graag heen en
vandaag is het zover. Ik ga heel bewust alleen, want ik wil lekker
fotograferen. Dikke kans dat ik dus om de haverklap stop en daar zitten collega’s
vast niet op te wachten. Het loopt allemaal iets anders dan verwacht…
Bij de ingang van het park kom ik bijna niet weg. Na wat
gedoe en gepruts rijdt het autootje weer, dus daar gaan we. Ik neem de lange
route, heb toch tijd zat, want het is nog vroeg. Vrij snel kom ik bij Playa
Chikitu, een strandje en een baaitje waar je eigenlijk niet kunt zonnen, maar
waar de zee behoorlijk wild is. De golven beuken hier mooi op de rotsen.
Als ik
terugloop stap ik bij de auto in een kuil en verzwik ik mijn enkel. Het doet
behoorlijk pijn, maar niet zo erg dat er een traumahelikopter nodig is. Het is
mijn linkerenkel en ik rijdt in een automaat, dus dat komt wel goed.
Bij Boka Chikitu spot ik nog een mooi uitzichtje en vervolgens
kom ik bij Suplado Blow Hole. Da’s wel grappig: de golven komen op een bepaalde
manier tussen de rotsen waardoor het water er uit ‘geblazen’ lijkt te worden.
Dan kom ik bij Boka Kokolishi, een prachtig baaitje. Daar
loopt een spierbundel rond met een aantal hele leuke dushi’s. Hij is driftig
foto’s aan het maken van de gewillig poserende dames. Als ze mij spotten willen
ze dolgraag met me op de foto. Ik ben de beroerdste niet, dus dat kan. Ik ben alleen wel vergeten foto's te maken van het baaitje. En dat was echt wel de moeite waard!
Iets
verderop licht Malmok, wat een idyllisch plaatje van een ruïne van het
vuurtorenhuisje oplevert. Als ik daar wegrijdt vinden mensen mij ineens minder
aardig. De uitlaat is ergens gebroken of kapot of iets, met als gevolg da de
auto heel veel herrie maakt. Ik heb weinig keus, dus ik rij door. Bereik is
hier niet, dus het verhuurbedrijf kan ik niet bellen. Die leveren ook geen
service in dit park.
Bij Boka Bartol (weer een baaitje) is het klaar. De remmen
van de auto begeven het. Daar sta je dan in het nationale park, nog 20
kilometer tot de uitgang, geen bereik en meer kuilen en keien dan wegen.
Wederom heb ik weinig keus en ik rijdt voorzichtig verder na wat uittesten van
de remweg enzo. Als ik horizontaal rijd, kan ik nog een klein beetje remmen,
als ik omhoog rijd uiteraard ook, maar naar beneden is wat lastiger.
Als het
niet te stijl gaat kan ik met de rem volledig ingetrapt stapvoets naar beneden.
Dat is af en toe nog best lastig, met één hand sturen tussen de kuilen door en
de andere aan de handrem. Als het een keer heel stijl naar beneden gaat knijp
ik ‘m wel even. De maximumsnelheid in het park is 25 km/u. Ik ga op dat moment,
rem volledig ingedrukt, keurig 25 km/u. Het gaat goed, maar leuk vind ik het
niet meer. Ik kan niet echt meer genieten van de mooie uitzichten, dus besluit
ook niet meer te stoppen. Ik kom nog wel een keer terug. Na ruim een uur kom ik
met een natte rug bij de uitgang. Daar bel ik het verhuurbedrijf en in het
eerstvolgende dorp spreken we af. Hij ziet heel snel dat er een remleiding is
doorgeroest en is totaal niet verrast. De auto’s roesten hier goed zeg maar. De
uitlaat is verder bijzaak. Ik krijg tijdelijk een dikke pickup te leen en hij neemt
de auto mee. Ergens in de loop van de week krijg ik ‘m weer terug.
Eerder dan verwacht ben ik weer thuis. Het was een
teleurstellende fotosafari, maar het heeft wel een natte rug en een mooi
verhaal opgeleverd. Zo meteen bier en burgers drinken en eten bij Joyce, een
SZW-collega. Het is ‘bring your own’. Ik realiseer me nu dat ik het Bier en
Burgers nogal letterlijk heb genomen. Ik heb vlees en ik heb drank, maar heb totaal
niet gedacht aan iets van brood, salade of een sausje. Kan dus een wat
eenzijdige maaltijd worden…
Bon Siman!
Heerlijk op te lezen!! We willen meteen terug. Groetjes Caroline en Martin
BeantwoordenVerwijderen